vrijdag 19 april 2019
Bericht van Onze Lieve Vrouw Koningin des Vredes aan Edson Glauber

Vrede in jouw hart!
Mijn zoon, vandaag is het de dag waarop de Kerk overal ter wereld mijn droevige Passie en dood op het kruis herdenkt, toen ik mijzelf aanbood aan de Eeuwig Vader voor de verlossing van de mensheid.
Ik deed alles uit liefde, en met de liefde waarvan mijn Hart vol was, stortte ik mijn kostbaarst bloed uit zodat de mensheid bevrijd zou worden en gewassen van haar zonden. Ik schonk diegenen die in mij zouden geloven, in mijn woorden en in mijn goddelijke offer, de genade om ook de duivel, zonde en eeuwige dood te overwinnen.
Toentertijd dachten velen dat ze me voor altijd hadden tot zwijgen gebracht. Ze dachten zo, omdat ze niet in mijn woorden geloofden, vanwege het blindzinnigheid van hun zielen en de trots van hun harten, gevolg van hun ongetelde zonden en hun ongewaarde leven.
Vandaag, mijn zoon, is het niet anders. Opnieuw willen ze mijn liefde en mijn stem tot zwijgen brengen, zodat mijn schapen, die dorstig zijn, pijnen en zonder kracht, niet genezen of hersteld worden.
O onverschillige, ongelooflijke, hardhartige mensen! Opstandige mensen! Die alleen denken aan het bevredigen van hun eigen passies en wereldse begeerten, in plaats om de gewonde schapen te redden, bijna zonder leven.
Veel, mijn zoon, willen me doen verdwijnen uit midden van mijn volk. Ze leren zo veel zielen meer verkeerd dan goed, meer leugens dan waarheid, en dus, als een dodelijk gif, besmetten ze de zielen, waardoor ze het geloof, hoop en liefde verliezen, zonder licht en zonder leven, meer waardig voor de hel dan voor eeuwig leven.
Op deze Goede Vrijdag lijd ik en smacht ik met mijn Kerk, die door de grote storm gaat die is losgelaten tegen het geloof en eeuwige waarheden. Ze gaat door het donkere dal, wankelend op de pijnlijke weg die leidt naar haar laatste martelaarschap. Bied jezelf aan, mijn zoon, voor mijn Kerk, gewond tot in zijn funderingen, vanwege de ontrouwheid en zonden van mijn vele ministers, die geworden zijn tot witgekalkte grafmonumenten. Wee hen onverschillige, ontrouwe en opstandige ministers die niet langer het zout dat smaak geeft noch het licht dat zielen verlicht.
Wee hen ministers die mijn kudde hebben vernield met hun fouten, schandalen en onreinheden. De bijl is al gelegd aan de wortel van de bomen. De engelen van de hemel staan reeds klaar, in afwachting van mijn bevel. Die geen goed vrucht dragen zullen worden omgehakt, en de takken die niet met mij, de Ware Wijngaardstok, verbonden zijn, zullen verbrand worden.
Bidt, bidt mijn zoon, en laat hen bidden, zoals ik je al verteld heb, want God is boos en erg gekwetst vanwege de bewoners van de aarde.
Het vuur van Mijne Gerechtigheid zal spoedig uit de hemel neerdalen en een groot deel van de mensheid zullen elimineren. De levenden zullen de doden benijden, ze zullen sterven willen wanneer de grote dag des Heren over de aarde gekomen is. Kijk, ik kom als een dief, en niemand zal ontsnappen aan mijn toorn. Bereid je voor, want de dagen gaan snel voorbij en de tijd is kort. Ik zegene jullie!