zondag 26 augustus 2018
Noodoproep van God de Vader aan Zijn getrouwe volken. Bericht voor Enoch.
Mijn volk, wees paraat want binnenkort zal ik komen als een dief in de nacht!

Mijn volk, Mijn kudde, mijn vrede zij met jullie.
Mijn kinderen, regeringen van vele landen hebben begonnen wetten in werking te stellen die tegen de natuur zijn; in veel landen staan ze incestuele seksuele relaties al toe tussen ouders en kinderen en onder broers en zussen; en het meest droevige en schandaligste van alles, seksuele relaties tussen mensen en dieren (zoofilie).
De geesten van seksueel onzuiverheid hebben de enorme meerderheid van de mensheid ertoe gebracht om afschuwelijke daden te plegen die alle morele, sociale en spirituele principes schenden. De demonen van onzuiverheid zijn losgelaten en komen over deze ondankbare en zondige mensheid voor hun eigen vernietiging en dood. O goddeloze naties, jullie hebben nog weinig tijd; het gewicht van Mijn gerechtigheid zal over jullie worden uitgegoten! Alleen de rechtvaardigen die daar wonen, zullen gered worden; Ik zal de rest van jullie inwoners straffen met al de strengte van Mijn gerechtigheid en er zal niets meer van hen blijven – geen herinnering. Ik zal deze naties tot stof maken en niet toestaan dat er weer gras groeit, ik zal handelen alsof ze nooit hebben bestaan.
Ik brand van ijver voor Mijn schepping; ik verdoem diegenen die hun wetten boven Mijn Goddelijke Wetten hebben geplaatst en zichzelf als goden beschouwen! Nageslacht van adders, jullie dagen zijn geteld, gewogen en gemeten. Denkt u dat Ik niet bestaan, dat Ik een mythe of legende ben? O hoe verkeerd jullie hebt! Binnenkort zullen jullie Mij kennen, ik heb jullie nog niet gestraft omdat ik trouw bin aan mijn woord en geduldig wacht tot het laatste duizendste deel van mijn barmhartigheid is uitgeput, want Ik ben meer Vader dan Rechter. Jullie zijn kinderen van zonde en kwaad; jullie behoren niet tot Mijn kudde; ik zal komen als jullie rechter om jullie vonnis en straf uit te spreken, want ik zal jullie niet langer toestaan mijn geboden te breken en wat Ik met zo veel liefde heb geschapen te verwoesten. Dwaas, stijfnekkig ras! Zal Hij die het oor heeft geplant, niet horen? Of hij die het oog vormt, niet zien? Of zal Hij die de naties tuchtigt, niet straffen? En zal Hij die mensen kennis leert, hen niet berispen? (Psalm 94:9-10)
Ik verzeker jullie, slangen, tijdens de tijd van Mijn gerechtigheid zult u geen plaats vinden om te schuilen. Goddeloze naties, ga door met het vermenigvuldigen van jullie zonden; gaat door met mijn geboden te breken; gaat door met jullie ketens te versterken; de tijd van Mijn gerechtigheid is al aangebroken en ik verzeker u dat als jullie niet berouw tonen, ik het hele gewicht van Mijn Heilige Woede over jullie zal gieten.
Mijn volk, wees paraat want binnenkort zal ik komen als een dief in de nacht! Wees gereed en olj uw lampen met gebed, want de Engel van Mijn gerechtigheid zal zeer spoedig voorbijgaan. Laat het olie van geloof en gebed niet opraken, want deze wereld ligt in duisternis. Lat het licht van jullie brandende lampen schijnen als Cocuyos (kevers met uiterst heldere ogen) midden in de duisternis; laat het jullie bescherming zijn wanneer ik door jullie naties ga met Mijn gerechtigheid. Mijn dagen naderen, vreugd mijn volk, mijn kudde, want binnenkort zult u de Koning zien in al Zijn pracht.
Jullie Vader, Jahweh, Heer der Naties.
Maak Mijn berichten bekend aan de hele mensheid, mijn kinderen.